Vannacht rond een uur of drie kroop er een klein kachteltje tegen me aan. Mijn arme peuterzoon draaide en woelde en was duidelijk niet lekker. De thermometer bevestigde vanochtend mijn vermoeden: koorts. En ook best hoog. Het eerste uur na zijn bepaald vroege tijdstip van ontwaken leek het nog wel mee te vallen met de ziekte, maar daarna werd de peuterzoon eigenlijk steeds lamlendiger.

Hij wilde nog wel even met de dreumesdochter en mij onder de douche, om daar stilletjes te gaan zitten. Eenmaal weer droog legde ik hem terug in bed en hij bleef zomaar liggen. Dat valt dus in de categorie ‘dat doet ie anders nooit’. Vervolgens vroeg hij bij het ontbijt wel om pannenkoeken en at er tot mijn verbazing ook daadwerkelijk twee op.

Na het ontbijt installeerde ik het arme mannetje op de bank onder een deken (een zelfgehaakt exemplaar die de kindjes waarschijnlijk later associeren met ziek thuis zijn). Hij kwam vandaag niet meer van de bank behalve toen ik hem naar de wc droeg. Toen ik de koorts echt te hoog vond worden, kreeg hij paracetamol. Dat leverde een paar uur wat meer praatjes op, en ook at hij nog wat mee. Tegen bedtijd was het weer helemaal gedaan en ik ben benieuwd wat de nacht zal brengen.

Zo lastig, zieke kindjes. Rationeel weet ik natuurlijk dat het er bij hoort om af en toe ziek te zijn. En kindjes hebben makkelijk veel koorts. En de peuterzoon at, dronk, plaste, is alert, geen alarmsignaal te bekennen dus. Maar toch maakt mijn moederhart zich dan zorgen. Ik zie toch niets over het hoofd? Hij heeft toch echt gewoon een virusje? Er zal toch niets ernstigs aan de hand zijn?

Ik ga zometeen snel de laatste dingetjes opruimen en kruip dan mooi tussen de kindjes. Ik hoop op een rustige nacht en morgen een blijer kereltje. Dat is gewoon een stuk beter voor mijn gemoedsrust.