Op 22 oktober van het vorige jaar schreef ik hier mijn eerste blog. Dat is inmiddels ruim een half jaar en 183 stukjes verder. Dat betekent dat ik het net niet redde om dagelijks een blogje te publiceren, maar toch een aardig eind kwam. Niet slecht al zeg ik het zelf. En nu bedacht ik dat het wel eens leuk was om een stukje te schrijven over dat bloggen en alles wat daarbij hoort.

Natuurlijk gaat het in eerste instantie om het schrijven van de stukjes. Ik vind dat heel erg leuk om te doen en ik was toen ik begon ook vooral erg benieuwd of mijn gezwets gelezen zou worden en of mensen het dan ook leuk zouden vinden. Ik moet zeggen, dat viel bepaald niet tegen. De reacties zijn erg leuk en ik vind dat er verrassend veel mensen meelezen.

Het geblog heeft wel invloed op mijn dagen. Ik vind het heel grappig om te zien wat de statistieken van stukjes gedurende de dag doen. Mijn ‘doel’ is 100 unieke bezoekers op een dag en ik kan er gewoon blij van worden als ik dat haal. Ook denk ik bij zo’n beetje alles wat ik doe ‘kan ik hier een stukje over tikken?’.

Met dat doel van 100 unieke bezoekers per dag, wat ik echt lang niet altijd haal, ben ik een kaboutertje in blogland. En hoewel ik het prima vind gaan zoals het gaat zou het natuurlijk wel erg leuk zijn om te groeien. Maar ja he, hoe pak je dat nou weer aan. Als ik zo eens kijk wat andere bloggers doen, is het wellicht goed om een instagram-account te maken. En moet ik mijn blog zo’n beetje op het irritante overal pluggen. Dat zijn eigenlijk allebei dingen waar ik niet zo heel erg op zit te wachten.

De belangrijkste bron van bezoekers is Facebook. Er is een handje vol mensen die de link van mijn blog daadwerkelijk intikt, via Twitter komen er wat mensen langs, Google verwijst ook zo af en toe en via Bloglovin en de mamablogs komen er een paar bezoekers op mijn site. Daarmee ben ik dus behoorlijk afhankelijk van de grollen van Facebook.

Het is aardig om te zien dat het bereik van de verschillende stukjes heel verschillend is. Het succes van een blog lijkt te vallen of staan met een leuke foto (vandaar dat ik hier een volstrekt niet passend plaatje van de peuterzoon bij ga zetten). Plaatjes die ik van het internet haal, ‘doen’ het voor geen meter. Daarnaast is dat zo af en toe ook nog spannend met copyright, dus dat wil ik eigenlijk zo weinig mogelijk doen. Gelukkig is de inhoud ook nog wel van belang, blogjes in de categorie ‘minder handig’ doen het erg goed, en ook de projecten van de man trekken de aandacht.

Soms ben ik gewoon verbaasd over het succes (of niet-succes) van een stukje. Daar komen geloof ik de grollen van Facebook om de hoek kijken. Als er gereageerd en geliked wordt, helpt dat heel erg om een stukje meer exposure te geven (dit is een hint dames en heren). Delen helpt nog veel meer. Wat ik zelf het leukst zou vinden, en ik vermoed dat dat ook veel invloed heeft, is meer pagina-likes. Want laat ik eerlijk zijn, het idee dat veel mensen mijn gezwets leuk vinden is gewoon ego-strelend.

Een ander aspect van het bloggen wat ik tevoren niet zo voorzien had, zijn de eventuele samenwerkingen met een commercieel doeleinde. Het is grappig om te merken dat ik de laatste tijd opeens regelmatig benaderd word door mensen die willen dat ik bepaalde dingen op mijn blog schrijf. Daar ga ik morgen (of later deze week) een stukkie over tikken.

Het zou best eens kunnen dat ik in de ogen van de minder kabouterachtige bloggers een nogal lachwekkend stukje heb getikt. So be it. Dit is de stand van zaken op het moment en ik vond het aardig om daar over te schrijven. Ik ben benieuwd hoe het er over nog een half jaar voor staat.