Vorige week kwam ik langs verschillende wegen terecht bij artikelen over het gebruik van de mobiele telefoon. Of de smartphone. Of eigenlijk de computer die in de broekzak past, met bellen heeft het hele ding niet eens zoveel te maken. Dit is nu typisch zo’n onderwerp waarbij ik het liefst mijn hoofd in het zand zou steken en tegelijkertijd vind dat ik er iets mee zou moeten doen. Vandaar dat deze spuit elf dan ook nog maar even met wat modder komt.

Het begon met dit artikel in het NRC. De auteur van dit stuk vindt dat ouders de smartphone van kinderen moet afpakken op bepaalde momenten ‘want dat heet opvoeden’. Nu vind ik de toon van het stuk nogal beschuldigend en dat is denk ik weinig constructief en daarnaast heb ik echt helemaal niets met de term ‘opvoeden’. Maar toch, ergens heeft ze wel een punt, die smartphone speelt wel een heel belangrijke rol in veel levens en of dat nou zo goed is durf ik me af te vragen.

De gedachte dat de smartphone met bijbehorende social media een verontrustend grote rol heeft werd sterker toen ik een stuk in de Correspondent las. In dit artikel wordt een experiment beschreven waarin leerlingen uit een klas op een middelbare school een week lang een paar uur hun mobiel inleveren. Interessant om te lezen zeg. Grappig genoeg heb ik echt geen idee hoe het er heden ten dagen op een middelbare school aan toe gaat, maar het lijkt er op dat het in ieder geval niet lijkt op mijn tijd op het Jac. P. Thijsse College.

Als klap op de vuurpijl las ik het blog van Gonneke van Eurolac. Zij daagt haar lezeressen (in het algemeen jonge moeders schat ik zo in) uit om de smartphone eens weg te leggen en baby of kind ‘onverdeelde aandacht’ te geven.

Ik voel me dus aangesproken. Hoewel ik nu niet het idee heb dat ik mijn kinderen echt te kort doe, moet ik bekennen dat de smartphone een grote rol speelt gedurende mijn dagen. Een appje hier, berichtje daar. Even Facebook checken, de statistieken van mijn blog. Hoe is het op Twitter? Snel een foto op Instagram. Ik kom mijn tijd wel door. Aan de andere kant kan ik de ‘telefoon’ altijd instantaan wegleggen. Als ik de hele dag met allerlei mensen zou lopen bellen zou dat denk ik anders zijn.

Het heeft mij aan het denken gezet. Want wat voor voorbeeld geef ik de peuterzoon en dreumesdochter door steeds maar naar dat schermpje te staren? Of ik de uitdaging van Gonneke aan wil gaan en het apparaat echt voor een substantieel tijdvak weg wil leggen, daar moet ik over denken, maar het lijkt me een uitstekend idee om iets bewuster om te gaan met de volwassen schermtijd gedurende onze dagen.


Op de foto zo’n typisch schermtijd moment…