Vanaf zo’n beetje halverwege de zwangerschap keek ik al uit naar de kraamweek. Dan zou ons babymeisje er zijn en kon ik de hele week met haar knuffelen en me alle zorg lekker laten aanleunen.

En nu het zover is, is het ook heerlijk. Ik geniet met volle teugen van de babydochter, de kleuterzoon en peuterdochter controleren regelmatig even of hun zusje toch wel voor altijd mag blijven, de man is een superheld en de kraamzorg is echt fantastisch. En dan is er ook nog een stel fijne verloskundigen dat nauwlettend in de gaten houdt of het allemaal wel goed gaat.

De maakster van deze super-de-luxe overheerlijke smoothie ziet er beduidend beter uit dan de ontvangster…


Hij gaat lekkerrrrr! Zou ik dus eigenlijk willen roepen. Alleen is dat nog niet helemaal waar. Want ik vind het ook wel een lastige tijd. Wat overweldigd door de bevalling, druk met het nieuwe meisje en vol met allerlei hormonen maken dat ik me heel kwetsbaar voel. En laat ik dat nu best wel ingewikkeld vinden. 

En hoewel het echt heel fijn is om zo in de watten te worden gelegd, heb ik toch ook graag het gevoel dat ik het zelf ook zou kunnen redden. Helaas sputtert mijn lichaam nog wat na en gaat het herstel minder voorspoedig dan gehoopt.

En daarmee ben ik dus van mijn eigen voetstuk gekukeld. Want ik red het helemaal nog niet. Sterker nog, ik breng het grootste deel van de tijd in bed door en val continu in slaap. Heerlijk opzich, maar tegelijkertijd heel kwetsbaar. Zei ik al dat ik dat lastig vind?

Dus ja, het is heerlijk zo’n kraamweek waarin je goed verzorgd wordt. Maar ook noodzakelijk. En wellicht soms lastig. Dat mag ook wel eens gezegd dacht ik.