De verjaardag van de kleuterdochter werd in ieder geval lekker lang. We begonnen de dag met een leuk gesprek met een medegast en gingen vervolgens voor ons doen voortvarend van start.

De eerste twintig kilometer zat er vlot op en het fietsen langs de Maas was werkelijk prachtig. Waar we gingen slapen wisten we nog niet. Eerst op zoek naar taart.

Dat bleek nog niet zo eenvoudig. In de kleine dorpjes is de boulanger/patissier geregeld gesloten en op het terras waar we neerstreken mochten we alleen eten. Graag of niet hoor, en zo vertrokken we weer.

Op de picknickplaats van even later werden we verdreven door wespen en in het dorpje waar we onze hoop op vestigden bleek een heel duur en luidruchtig kindervermaak te zijn. We scoorden er een ijsje en gingen snel verder.

Rond een uur of drie vonden we dan eindelijk een fijne pauzeplaats. Langs de Maas. Uiteraard. We zaten en aten er heerlijk en de groepdriezoon besloot met zijn Lego te gaan spelen. Heerlijk toch.

We hadden alleen nog geen slaapplaats. We zien geregeld campings, maar die hebben geen mogelijkheden voor tentlozen. B&b’s komen we maar weinig tegen.

We hadden een hotel soort van achter de hand, maar ergens in de communicatie ging het mis en toen de man wilde reserveren bleek het vol. Moe als ik was ben ik daar lekker onredelijk boos over geworden. Mijn arme man.

Uiteindelijk vonden er een werkelijk superplekje. Het enige nadeel was dat het bovenaan een heuvel lag. Tegensputterend trapte ik naar boven. De groepdriezoon deed zijn uiterste best om mee te trappen en riep intussen ‘hup mamma’. Ik zou bijna nog een keer omhoog fietsen om dat weer te beleven.

Na het eten en toen de kindjes sliepen nam de man me mee naar een plek waar we zeer romantisch uitkeken over Fumay. Of all places… Hoe vaak ik niet op een kaart keek met die naam… A trip down the YMCA memory lane, zoals de man het omschreef. Ik vind het leuk.

Foto: die kerncentrale in het uiterste puntje van Frankrijk zagen we ook bepaald niet voor het eerst.