De man was licht gefrustreerd dat het gedurende ons fietsavontuur niet is gelukt de nacht door te brengen op een camping. We hadden dan geen tent mee, maar we hoopten ergens een keer in iets van een trekkershutje, een te huren tent of wat dan ook te kunnen slapen.

Dat bleek bepaald lastig. De campings die we vonden waren doorgaans nogal gericht op de caravan. Er was meestal wel iets van een trekkersveldje, maar daar was dan ook echt alles mee gezegd. Ik zou denken dat je als campingeigenaar je best doet om wat meer mogelijkheden te bieden, dat lijkt echter niet zo te passen bij de Franse slag.

Er werd dus niet gekampeerd. Persoonlijk vond ik dat niet zo erg, de man vond het jammer. Vandaar dat hij bedacht om de oudste twee mee te nemen naar een camping in de buurt. De fietsen en spullen waren nog tamelijk goed gereed. Er moest alleen een tent en wat slaapspul bij elkaar worden geraapt.

En zo zocht de man een camping op fietsafstand voor de groepdriezoon en ging op pad. Het weer werkte op zondag goed mee en er werd lekker gezwommen, gespeeld, gekookt voor de tent en ik hoorde zelfs iets over een viswedstrijd en kikkers vangen.

Het weer werkte maandag wat minder mee en toen het drietal druk was met een kabouterpad werden ze overvallen door een onweersbui. Ze zijn drijfnat geregend en vandaar dat ze thuiskwamen in ofwel natte kleren, ofwel veel te grote kleren ofwel een zwempak*.

Ik zorgde voor de warme chocomelk met slagroom en de groepdriezoon en kleuterdochter zijn weer een mooie ervaring rijker. Mooi.

* aan de lezer om te bedenken wie wat droeg bij thuiskomst.