Het is al weer een tijdje terug dat de peuterdochter drie werd. We noemen haar altijd ons lentemeisje omdat ze op 21 maart jarig is en dit jaar was dat een ongelukkige dag om jarig te zijn.

Althans, zo liet het zich van te voren aanzien. Want uiteindelijk werd het een hartstikke leuke dag voor ons jarige meisje. Ze kreeg eindeloos kaartjes en cadeautjes opgestuurd. We bliezen met opa en oma aan de telefoon kaarsjes uit en ze kreeg ter compensatie van het gemis van visite een extra mooie taart.

Maar goed, dat was dus tweeënhalve maand geleden. De reden dat ik daar vandaag aan moest denken is dat we een afspraak hadden met het consultatiebureau. Telefonisch uiteraard, want dat past makkelijker in de COVID protocollen.

Ik constateerde tijdens dat gesprek dat de terrible two’s feilloos over zijn gegaan in de dreinende drie’s. Of zoiets. Ons meisje heeft bepaald een temperament en hoewel dat later vast heel handig is, is het nu wel eens een beproeving van ons geduld.

Gelukkig weten uit ervaring dat dat deels beter wordt en zien we er ook het mooie wel van in. Het is in ieder geval nooit saai bij ons.

Ik zat derhalve aan de telefoon zonder te verblikken of verblozen te vertellen over het soms boeiende eetgedrag van ons peutermeisje en dat ik me daar werkelijk geen moment druk om kan maken. Dat ze haar positie ten opzichte van haar broer en zus moeiteloos handhaaft en dat ze buitengewoon goed weet wat ze wil.

Dat alles terwijl het gespreksonderwerp gezellig mee luisterde en intussen haar moeder als klimtoestel gebruikte. Dodelijk vermoeiend dat laatste. En tegelijkertijd hartverwarmend. Ik zal er maar van genieten, want voor ik het weet gaat ze mee naar school.