Uitgerekend op de dag dat ik mijn verpleegkundig diploma daadwerkelijk in handen kreeg, bracht de NOS het nieuws dat bij sommige zorgorganisaties mantelzorgers tegenwoordig betaald kunnen krijgen voor hun diensten.

Met mijn diploma ben ik, uiteraard, superblij. Ik heb er twee jaar hard voor gewerkt en ik realiseerde me eens te meer hoe goed het is geweest om mijn hart te volgen en de zorg in te gaan. Het was best een spannende stap destijds, met ook flinke gevolgen voor mij maar zeker ook voor de man en de kinderen.

Gelukkig is het me inmiddels geheel duidelijk dat ik inderdaad gelukkig word van het werken in de zorg. Ik vind het leuk, boeiend, betekenisvol en ik kan nog eindeloos verder leren en ontwikkelen.

Over het bericht van de NOS had ik echter wat gemengde gevoelens. Natuurlijk, de nood in zorgland is hoog, men hoopt op deze manier een stuk van het personeelstekort te ondervangen. Maar wat mij betreft worden de verhoudingen toch wel erg ingewikkeld door deze maatregel. Mantelzorgers worden opeens een soort collega’s van het zorgpersoneel. En ook voor de verhouding met hun naaste lijkt het me complex.

In het item in het achtuurjournaal was ter illustratie te zien hoe een mantelzorger de nagels van haar moeder lakte en een spelletje met haar speelde. Belangrijk en waardevol. Maar het heeft bijzonder weinig te maken met mijn werkzaamheden als verpleegkundige. Ik kan me ook voorstellen dat er door dit soort ontwikkelingen een verschuiving in de werkzaamheden van het geschoold personeel plaatsvindt. En dat er daardoor meer verantwoordelijkheid bij ‘ons’ komt te liggen.

In dat licht vond ik de afsluiting van het item in het journaal nogal schrijnend. Benoemd werd namelijk dat de mantelzorgers een symbolische vergoeding krijgen. Als ik dan teruglees in het artikel wat de NOS kreeg, kan ik niet anders dan constateren dat ik voor mijn werkzaamheden de afgelopen jaren en zelfs nog de komende jaren als beginnend verpleegkundige óók een symbolische vergoeding krijg.

Daar loopt toch wel iets bijzonder scheef. Het is dan opeens nog frustrerender dat er de afgelopen periode verschillende moties voor een betere salariëring in de zorg werden weggestemd door de tweede kamer. Gelukkig heb ik hart voor de zorg.