Er heeft zich hier in huis het afgelopen jaar een interessante ontwikkeling voorgedaan. Zoals eerder wel in mijn stukjes naar voren is gekomen zijn we, en dan met name de mannen, grootverbruikers van pindakaas. We aten altijd de variant van een zeker A-merk wat zich in reclames wel afvroeg wie er niet mee opgroeide.

Als je het etiket van dat betreffende merk gaat lezen, blijkt echter dat er naast pinda’s ook zout en palmolie in verwerkt zijn. En met name over dat laatste was ik niet zo gelukkig. Ik zag de noodzaak er namelijk niet zo van. Er zijn immers verschillende merken te koop die alleen pinda’s voor de pindakaas gebruiken.

Vandaar dat we wisselden. De man moest even wennen, want door het ontbreken van de extra olie is de consistentie van de pindakaas niet gelijk verdeeld over de pot. Er moet even geroerd worden. De groepvierzoon bleek erg enthousiast over deze wissel. Hij vindt de nieuwe variant de lekkerste ooit.

Met de veranderde consistentie zijn er ook nieuwe mogelijkheden ontstaan. Deze pindakaas is namelijk goed dipbaar. En in al zijn wijsheid leek het de man een goed idee om de groepvierzoon daar op te wijzen.

Derhalve dat de mannen recent gierend van het lachen aan tafel zaten. Ze doopten crackers in de pindakaas en ik geloof dat het doel was om zo veel mogelijk van het goedje via de cracker in de mond te stoppen. En was een plakkerige bende.

Ze hebben er in ieder geval van genoten en ik heb de situatie maar even vastgelegd. Wie weet komt zo’n plaatje nog eens van pas bij een verjaardag, trouwerij of pensioen…