In het huis waar ik werk, wordt gewerkt met een soort verantwoordelijk verpleegkundige die in eerste instantie het aanspreekpunt is voor spoedeisende, zorginhoudelijke vragen vanuit de afdelingen. De betreffende verpleegkundige doet dan de zogeheten triage en neemt, indien nodig, contact op met de dienstdoende arts.

Nu ik zolangzamerhand iets meer ervaring begin op te doen in het verpleegkundig vak voelde ik me wel bekwaam om eens zo’n verantwoordelijke dienst op me te nemen en derhalve mocht ik een extra weekend komen werken.

Zoals dat gaat met dit soort diensten is het vaak hollen of stilstaan. En waar ik op de zaterdag nog wel een paar dingen te doen kreeg, was het op de zondag bijzonder rustig. Zo rustig dat ik een collega vroeg om me een keer te bellen, ik vroeg me af of alles wel werkte.

Deze rust gaf me de gelegenheid om hier en daar wat afdelingen te helpen en ook tot onverwachte bezinning. Bij aankomst op de PG-afdeling werd ik tegemoet gelopen door een angstige, zoekende dame die ik goed ken. Een dame waar ik graag meer aandacht aan zou besteden, maar wat vaak simpelweg niet lukt.

Zo fijn om haar dan nu wel rustig mee te nemen en verzorgen. Ik nam me terwijl ik haar naar de ontbijttafel bracht voor om deze dag nog wat met haar te ondernemen. Toen ik ontdekte dat er een kerkdienst in huis werd gehouden en het tegen die tijd nog altijd rustig was, was het niet meer dan logisch haar daar mee naar toe te nemen.

Kerkgang hoorde immers altijd bij haar, maar haar onrust liet het niet meer toe. De fijne geestelijk verzorger die voor zou gaan snapte ook dat dit een uitgelezen moment was en zo zat ik op deze zondag in een heuse kerkdienst. De laatste keer dat ik dat deed was toch minimaal vijf jaar geleden en ik was ook nog wel een beetje zenuwachtig over een wellicht rinkelende telefoon, maar we zaten er toch maar.

Mijn missie slaagde al snel. Ik zat naast een relaxte dame. Doordat ik naast haar kon blijven zitten vond ze haar rust en ze genoot van het bekende gevoel. Ze zong mee, lette op en was vertrouwd. Ik was geroerd.

Toen er in de dienst werd gebeden voor de mensen die afgelopen week overleden, kwam dat binnen in mijn toch al verweekte hart. Ik geloof niet dat het mijn buurvrouw opviel dat er een paar tranen langs mijn gezicht rolden.

Zo werd het een waardevolle ochtend voor de lieve verwarde dame en mijzelf. Ik haalde er ook nog de boodschap uit dat je zelfs in vermoeide toestand iets voor een ander kunt betekenen en dat je grote dingen veel beter samen kunt overzien.*

Met deze zingeving kan ik wel weer even vooruit en ik leerde dus ook nog dat het prachtig is om de kerkdienst bij te wonen.


* of dat nou is wat er ook werd bedoeld is weer een ander verhaal. Maar iedereen mag er zelf iets uit halen lijkt me toch