Zo af en toe constateer ik maar weer eens dat het verpleegkundige vak me niet in de koude kleren gaat zitten. Dat is ok, want het is waarschijnlijk meteen ook de reden dat ik het graag doe. Desondanks is het zo af en toe ook gewoon heftig.

Het zijn bijzondere tijden in de zorg. In het algemeen, en zeker ook op de afdelingen waar ik kom. Personeelsgebrek, noodscenario’s, hulp uit alle hoeken en gaten van binnen en buiten de stichting, knetterhard werken, zorgen maken en doorgaan.

Dat resulteert er in dat ik soms iets te hard voorbij gebeurtenissen loop die ik van het goede iets meer aandacht had moeten geven. Niet zozeer qua zorg, hoewel ik de eerste ben om toe te geven dat ik hier en daar best een steek laat vallen. Maar meer qua terugkijken en verwerken.

Daar liep ik gedurende het drukste deel van de Corona tijd al tegen aan, toen het weer iets rustiger werd, kwamen er opeens weer beelden van hele zieke mensen omhoog. En ook recent kwam ik langs een gebeurtenis die toch meer impact had dan ik zelf dacht.

Ik was betrokken bij een euthanasie. Boeiend vond ik het. Verdrietig uiteraard, maar ook interessant en ook tof dat de betreffende zorgvrager zo de regie behield. Verder was ik oprecht vereerd dat ik een rol mocht spelen. En het was logischerwijs ook intens.

Nadat alles goed verlopen was, vertelde ik er eens over aan collega’s en ging daarna weer door. Ik was eigenlijk wel tevreden, want dit hadden we goed gedaan. Tot ik me vandaag, alweer een paar weken later, opeens heel hard realiseerde dat ik er nog niet klaar mee ben.

De kamer van de betreffende zorgvrager is inmiddels bewoond door iemand anders. En die iemand anders vroeg me om haar even naar het toilet te begeleiden. Dit was voor mij de eerste keer dat ik de kamer weer binnenliep. Ga even zitten, zei de dame die ik hielp terwijl ze haar ding deed. En met dat ik dat deed kwam daar een flashback naar de vorige keer dat ik in die kamer was.

Dat kwam binnen. En daar was ook meteen het besef dat ik er wel eens goed aan zou kunnen doen om dit bespreekbaar te maken in plaats van heel stoer doorlopen. Dat laatste zou ik eerder zeker gedaan hebben en ik vond het ook echt wel lastig om uit te leggen wat daar was gebeurd.

Toch was ik blij dat ik het deed. De collega’s reageerden super begripvol, deelden eigen ervaringen en vonden het helemaal niet raar dat ik hier even op crashte. Het leidde tot een goed gesprek en grote opluchting aan mijn kant. Aan het eind van de rit hield ik er zelfs energie aan over.

Waardevol om weer eens bevestigd te krijgen dat kwetsbaar opstellen eigenlijk altijd loont. De wijn lijkt me aan het eind van deze dag geïndiceerd en morgen ga ik met frisse moed weer aan de slag.