Zoals op zoveel plekken is de mobiele telefoon in de zorg een niet meer weg te denken accessoire geworden. Waar er toen ik in de zorg begon te werken op iedere afdeling een paar telefoons lagen waarop de bellen werden beantwoord, heeft inmiddels iedere zorgmedewerker een eigen telefoon.

Ik vind dat een goede zaak. Via de telefoon kunnen de digitale systemen worden bediend, er wordt logischerwijs mee gebeld en vooral ook gemaild en geappt. Daarnaast is het makkelijk om snel een foto van bijvoorbeeld een wond te kunnen maken of een notitie te kunnen maken.

Het nadeel van al dit telefoongebruik is dat we als zorgmedewerkers behoorlijk vaak met het apparaat in de hand lopen. En behalve dat dit om maatregelen vraagt qua hygiëne, vind ik het er eigenlijk niet uitzien. Zeker niet gezien vanuit het perspectief van onze zorgvragers.

Ik werd er dit weekend maar weer eens op gewezen dat aandacht voor het telefoongebruik niet zo gek is. Ik liep na een lange en wat drukke dienst richting de garderobe en keek daarbij op mijn privé-telefoon. In de basis is dat niet zo’n probleem, maar ik kwam intussen een mantelzorger tegen.

Ik zei gedag maar was er met mijn gedachten niet bij. En geheel terecht kreeg ik de vraag of het interessant was wat ik zag. Ik realiseerde me toen ook hoe ik er uit moest zien en wist niet hoe snel ik het apparaat weg moest stoppen. Ik werd me er even heel bewust van dat mijn telefoongebruik wel iets bewuster mag.

De betreffende mantelzorger heb ik mijn excuses aangeboden en ik heb haar nadien netjes te woord gestaan. Soms is een dergelijke eye opener bepaald confronterend maar zeker ook waardevol. Ik ga mijn zusterleven beteren.