Mijn ondoorgrondelijke gedachtenstroom belandde vandaag bij Ria Valk toen ik aan het nadenken was over wat ik deze week met de sla zal gaan doen. Dat kwam denk ik doordat ik het groentepakket stond uit te pluizen. Met de gele bieten, de radijsjes en de spinazie weet ik wel raad, wij gaan deze week weer lekker eten. De krop van de één of andere sla die in de zomer doorgaans in het pakket zit, is altijd een beetje het knelpunt. Vandaar dat ik mij stond af te vragen ‘maar wat doe ik met die sla?’

En toen ging het mis, mijn hoofd bedacht dat deze zin het einde was van een liedje van Ria Valk uit de jaren 70. Nu voel ik mezelf best oud hoor, maar ik ben dus nog niet zo oud dat ik de jaren 70 zelf mee heb gemaakt. Desondanks herinner ik me wel een andere uitvoering van het liedje, namelijk die van mezelf op schoolkamp. Compleet met jurk met worstjes en salade.

Vervolgens ging ik op zoek naar een foto van dit gênante doch hilarische moment. Ik vermoed echter dat het betreffende foto-album Eindhoven nog niet gehaald heeft, want ik kan de foto niet terugvinden. Omdat ik het plaatje dus niet vond, leek het me aardig om in ieder geval de tekst even boven water te krijgen, en wat blijkt nu, mevrouw Valk vraagt zich niet eens af wat ze met sla moet doen. Ze weet niet hoe ze soep aan haar lijf moet vast maken.

De hele exercitie blijkt dus te berusten op een gedachtenkronkel die niet eens klopt. Het is weer fraai. En al met al weet ik dus nog altijd niet wat ik nu met die sla moet doen. Iedere week een nieuwe krop is eigenlijk net iets te veel voor ons. Zou ik er ook soep van kunnen maken?