Een invasie. Zo voel ik me wel eens een beetje als ik ergens aan kom zetten met de drie kindjes. En dat is niet iets wat negatief is hoor, of een probleem, maar wel zoals het is. Want hoe je het ook wendt of keert*, als ergens met vier personen binnenkomt, zijn de meeste ruimtes doorgaans een aardig eindje voller.

Bedenk daar bij dat mijn gezelschap doorgaans niet het meest rustige is. Niet alleen willen de kleuterzoon en peuterdochter doorgaans van alles weten of zijn druk met spelen of juist met verlegen zijn, meestal ben ik ook nog eens vrij druk met dat gezelschap en kan ik me dus maar beperkt richten op de ruimte waar ook ik binnenstapte.

Dat laatste maakt dat het gevoel van invasie misschien wel voor een belangrijk deel bij mijzelf ligt. Ik kan me niet altijd even goed concentreren op de dingen die ik in feite kwam doen in de betreffende ruimte. Zo is het doel vaak om wat te kletsen of zelfs een heus gesprek te voeren (dat zou ik me eigenlijk gewoon niet in mijn hoofd moeten halen).

Als ik dan weer terugfiets of weer thuis ben, bedenk ik dan allerlei dingen die ik nog had willen weten of vragen maar waar ik eerder dus te afgeleid voor was. Dat afgeleide gevoel zou wel eens het invasiegevoel kunnen zijn.

En zoals ik al zei, het is niet erg hoor. Meestal is een belangrijk doel van zo’n invasie-uitje dat de kindjes zich vermaken en is gezelligheid en/of een leuk gesprek een ander doel. Het is wel van belang om je er op in te stellen. Net zoals het feit dat je koffie meestal niet al te heet drinkt met kindjes om je heen.

Foto: meisjes op een rijtje ? bij zo’n invasie

* toch aardig dat je dat in deze zin** letterlijk en figuurlijk kunt nemen

** en nu gewoon alweer