Je zult het altijd zien; het weekend voordat ik ga werken, besluit de babydochter ziek te worden. Het zat er al een paar dagen aan te komen, er werd wat gehoest, het wennen op het kinderdagverblijf ging niet heel soepel en inderdaad inmiddels een koortsige babydochter.

Het komt nog soort van goed uit, want deze eerste werkdag neemt de man thuis de honneurs waar hoeft er niemand naar Yip. Gelukkig, want dat had niet gekund in deze toestand. Maar waar ik eerst heel stoer deed over het achterlaten van mijn babymeisje, vind ik het nu toch best een ding.

Begrijp me niet verkeerd hoor, de man kan uitstekend met de situatie omgaan. Wellicht nog wel beter dan ik, want bij zieke kinderen schiet ik toch altijd in een soort ‘help-er-is-iets-met-mijn-kindmodus’. De man is beter in er objectief naar kijken.

Die modus zorgt er nu voor dat ik de babydochter eigenlijk continu dicht bij me wil hebben. Zij vindt dat ook prettig, dus dat komt aardig uit. Minder handig alleen dat ik dus weg moet. Dat wordt een goede loslaatoefening…