Het kan haast geen toeval zijn; op woensdagavond zette de man de tv aan en we kwamen terecht bij het programma ‘Jan wordt vader’. Nu kijk ik normaalgezien écht niet naar dat soort programma’s, ik heb nogal snel last van plaatsvervangende schaamte en bovendien heb ik weinig behoefte aan ouderschapstips, maar ik was te moe om de afstandsbediening te zoeken.

Het onderwerp van deze week was slaaptekort, want de heren bekende pappa’s zijn het er wel over eens dat dat iets is waar pappa-to-be Jan tegenaan gaat lopen. En ik ben dat met ze eens. Er is namelijk bijna niet aan te ontkomen.

De één of andere slaapspecialist wreef er nog eens extra in hoe belangrijk slaap toch wel voor je is en Jan oefende vast met een nachtje vol onderbrekingen. Vervolgens kwamen er nog wat slaaptips (hulde voor de programmamakers die het natuurlijk slaapgedrag van een baby als feit aannamen en niet riepen dat er maar doorgeslapen moet worden) en dat was het weer.

Nu heb ik zelf geen ervaring als vader, maar van moeder zijn weet ik inmiddels wel iets. En de ervaring leert dat één zo’n nachtje af en toe niet zo’n punt is. Een paar achter elkaar gaat ook nog wel, maar als je langer zo weinig slaapt ga je de effecten van het slaaptekort echt voelen.

De oorontsteking van de babydochter heeft hier derhalve voor een soort bubbeltoestand gezorgd. Alsof de wereld een beetje langs me heen gaat. En toen ik op donderdagochtend wakker om vijf voor acht wakker schrok van de kleuterzoon die wilde weten of hij ’s avonds zijn schoen mocht zetten realiseerde ik me dat het bijslaaptijd is.

Het voordeel aan dat MOE-derschap is dat ik inmiddels altijd en overal kan slapen en ik ga daar de komende dagen maar eens extra op oefenen. Welterusten!