Heel soms denk ik dat er diep van binnen tóch ergens stiekem een wetenschapper in mij verstopt zit. Niet te vaak hoor, maakt u zich geen zorgen, maar zo af en toe bespeur ik toch een interesse in data.

Slaapdata om precies te zijn. Sinds een tijdje ben ik in het bezit van een Apple Watch en zoals dat gaat met dat soort devices is dat ding nogal goed in het verzamelen van data. In feite is het daar ook voor gemaakt, dus gelukkig maar.

De hele dag verzamelt mijn horloge informatie over activiteit, staan, verbrande calorieën en meer van dat soort dingen. Toen ik dat allemaal eens bekeek was ik ook benieuwd naar wat er tijdens het slapen geregistreerd kon worden.

Dus installeerde ik een slaapapp en nu krijg ik iedere dag een samenvatting over de voorgaande nacht. Slaapduur, de tijd wakker in bed, kwaliteit van de slaap en de hartslag gedurende deze toestand.

Het stemt me niet altijd even vrolijk moet ik zeggen. Ik slaap vooral wat weinig. Toch is de totale slaapduur niet het belangrijkst, maar de duur van het slaapblok. Een paar keer wakker worden is echt niet goed voor mijn humeur de volgende dag.

Boeiend is het in ieder geval. Ik ga denk ik maar eens werken aan het ideale slaaprecept voor jonge ouders. Het in slaap vallen vroeg in de avond en dan daarna nog even iets doen gaat er zeker deel van uitmaken.