Nog precies zes schooldagen te gaan en dan is het opeens zomervakantie. Ik was net weer een beetje gewend aan het feit dat we weer gewoon deden, krijg je dat weer. Meestal is het zo met vakanties dat we er met zijn allen keihard aan toe zijn, maar deze keer had ik eigenlijk nog wel zin in een paar weken saai normaal doen.

Maar goed, dat zit er dus niet in. Sterker nog, die laatste week is ook altijd een toestand opzich, hoewel dat nu wellicht dan weer iets minder zal zijn. Natuurlijk komt er wel allerlei afscheid, de kleuterdochter viert alvast een verjaardagsfeestje met haar klas en zullen we heel hard moeten wennen aan het feit dat ze kleuter-af is.

En dan dus zes weken vrij. De eerste drie gaan we proberen ons gewone ritme zoveel mogelijk door te zetten. Er moet gewerkt worden, de kids gaan naar de opvang en tussendoor gaan we relaxen, aanmodderen, sporten, zwemmen en spelen. Het zal wel uitdraaien op veel te veel schermtijd en dat ga ik dan compenseren met buitenspeeltijd.

Het tweede deel van de vakantie is nog volstrekt ongewis. We wilden eigenlijk op fietsvakantie gaan, alleen sinds Corona weten we het niet meer zo goed. Is het wel handig? Of verstandig? Buitenland of niet? Vragen die vast heel veel mensen zich stellen de laatste tijd.

Daar komt nog bij dat de man wisselt van baan en het nog niet helemaal duidelijk is hoe en wanneer hij vakantie op kan nemen. In de quarantainetijd is daarnaast ook nog gebleken dat de kids het thuis eigenlijk prima vinden en er ligt nog altijd een megaklus in de vorm van een kamerherindeling.

Het is dus nog geheel onbekend of en hoe we weg gaan en van het eventuele waarheen hebben we ook geen idee. Dat is wel een gek gevoel om de vakantie mee in te gaan. En eerlijk gezegd niet helemaal fijn ook. Ik ben bijzonder benieuwd waar het op uit gaat draaien.