Al een paar dagen broed ik zo’n beetje op een blog over verpleegkundig leiderschap. Ik had een bijzonder inspirerende dag samen met de collega hbo-verpleegkundigen uit heel de organisatie en er is werkelijk van alles over te zeggen.

Er kwam alleen even iets tussendoor. Het was namelijk op deze tien november de dag van de mantelzorg en daar wil ik dus eerst aandacht aan besteden. De mantelzorgers zijn namelijk cruciaal en hebben mijn grootste respect.

Want ik kan het me simpelweg niet voorstellen hoe het is om je partner of je ouder te moeten laten opnemen in een verpleeghuis. Zeker als partner van iemand met dementie is dat echt het allerlaatste wat je wilt lijkt me. Veel van de partners van de cliënten die bij ons komen wonen zijn behoorlijk overbelast en daarnaast zeer betrokken.

Het moet ontzettend moeilijk zijn om de zorg voor je (eerste) naaste over te laten aan vreemden. Want hoe goed we het bedoelen en hoe gekwalificeerd we ook zijn, we blijven in feite vreemden. En dan ben je ook nog eens overgeleverd aan de gewoonten en regels van het huis en zie je je geliefde hoe dan ook steeds meer inleveren.

Grote bewondering heb ik voor de toewijding, het geduld en de eindeloze liefde waarmee de mantelzorgers hun geliefden blijven bezoeken en verzorgen. Want deze mensen worstelen tegelijk met een rouwproces en de bejegening door hun naaste met dementie is bepaald niet altijd even vriendelijk.

Voor ons als zorgpersoneel is de zorg voor de mantelzorgers een heel belangrijk aandachtspunt. De mantelzorgers weten immers doorgaans veel beter dan wij wat hun naaste nodig heeft.

En zeker als het niet goed gaat met de naaste van de mantelzorger is de zorg voor deze laatstgenoemde essentieel. Ik moest daar aan denken toen ik mezelf woensdagmiddag op mijn knieën naast het bed van een cliënt terugvond.

Ik maakte me serieuze zorgen om het welzijn van de betreffende cliënt en was zielsblij dat de partner van deze zorgvrager er was. Met mijn ene hand hield ik de hand van onze zorgvrager vast. Met mijn andere hand die van de eerste naaste die op een stoel naast de geliefde zat.

Veel intiemer wordt het geloof ik niet. En ik voelde me ronduit vereerd dat ik dit echtpaar op dit moment bij mocht staan. Wederom bedacht ik me toen dat mijn respect voor de mantelzorger niet groter kan zijn. Er aan bijdragen dat we de mantelzorger niet uit het oog verliezen lijkt me dan weer een uitstekend voorbeeld van verpleegkundig leiderschap.