Na een wat moeizame donderdag was de vrijdag een dag met een gouden randje. Het begon met een lekker ontbijt en nog een rondje zwemmen. De man wist een hotel voor de avond vast te leggen en vond ook nog een nieuwe route. We zouden ruim zeventig kilometer moeten fietsen, maar gezien het hoogteprofiel moest dat te doen zijn.

We mochten namelijk zo’n beetje vijfhonderd meter naar beneden rollen. En dan is het opeens haalbaar om een gemiddelde van tegen de twintig kilometer per uur te halen. Meestal komen we niet verder dan vijftien/zestien. De route was ook nog eens werkelijk prachtig.

We gingen veel door het bos en veel langs het water. Het fietspad was prachtig en het was lekker rustig. Echt een dag uit het boekje. We pauzeerden bij een supermarkt en rond etenstijd bij een speeltuin. Op die laatste plek maakten we de instantnoodles op en bakten worstjes. Voor de kids eigenlijk zo’n beetje het ideale menu.

We kochten inmiddels een kilobak haribo want er wordt ook veel gesnoept. Ter motivatie van deze en gene maar ook om het energie niveau hier een daar een beetje op pijl te houden. Gezond zal het niet direct zijn en ik merk zelf intussen een behoefte aan groenten, maar aan de andere kant, het is nou niet dat ze niets doen.

De groepvierdochter verbaast me wel een beetje, ze fietste dus tweeenzeventig kilometer en vertelde dat ze een topdag had. Natuurlijk ging het bergaf, maar toch. Ze moest er toch echt voor trappen. Te stijl bergaf is trouwens een ding opzich, want boven de dertig lijkt haar betrekkelijk kleine fiets toch wat wankel te worden. Veel instructie dus om het stijle afdalen in goede banen te leiden, maar vooralsnog gaat het prima.

Rond half negen kwamen we dan aan in Haus Kylltal. Een hotel wat een beetje op een oude burght lijkt. Superleuk. Ook hier kan worden gezwommen, maar we hebben het spul eerst maar eens in bed gelegd. Het doel van het weekend wordt Trier. Ik ben benieuwd of we er een slaapplaats vinden.