We namen ons voor om vroeg op te staan en dat lukte wonderwel goed. Rond kwart over acht zaten we aan het ontbijt en alle spullen waren al ingepakt en bij de fietsen. Niet zo gek voor een stel avondmensen zoals de man en mijzelf op vakantie.

Het was een wat gekke plek waar we sliepen daar bij het vliegveld van Bitburg, maar eerlijk is eerlijk, de kamer was prima en het ontbijt lekker. We zaten vervolgens voor half tien op de fiets om de achtendertig kilometer naar Trier af te gaan leggen.

De rit begon met nog wat omhoog en omlaag fietsen, van dorp naar dorp over rustige landweggetjes. Na een korte pauze bij een rozebottelstruik, wat zitten daar veel pitten in, en kort er na nog één bij een appelboom, ze waren nog wat zuur, kwam er een mega-afdaling.

Een soort hemel voor motorrijders kan ik me zo voorstellen en op de fiets ook zeker niet vervelend. Als je naar beneden mag tenminste. Ik zal tegelijk bekennen dat ik het ook wel wat spannend vind hoor, dat afdalen met de kids. Ik mocht voorop en hield een snelheid van maximaal dertig kilometer per uur aan. Dat vond mijn moederhart wel genoeg.

Na de afdaling ging het rustig richting Trier en met nog een stop voor ijs en koffie erbij kwamen we rond één uur bij het hotel. Een prima plek met een mooie familie kamer en ook nog airco. Dat laatste is prettig, want het is inmiddels goed warm.

In een rustig Trier, want zondag, bezochten we wat hoogtepunten en streepten vier Unesco sites af. Geen gekke score op één dag. We aten aan het eind van de dag sushi op verzoek van de meisjes en zien morgen waar we uit gaan komen. Saarland komt in de buurt!