Er was iets raars aan de hand toen we maandagochtend wakker werden in Trier; het regende. Normaalgezien zijn we daar niet direct fan van, hoewel het er ook gewoon een beetje bij hoort. Gezien de omstandigheden van de afgelopen weken is iedere druppel water echter welkom en wachtten wij zeer geduldig tot we goed op pad konden.

Tegen een uur of elf was dat het geval en na wat manoeuvreren door de verkeersdrukte van Trier, fietsten we al snel weer langs de Moezel naar het zuiden. Na een kilometer of tien kwamen we bij een gedenkwaardig moment, de plek waar de rivier de Saar uitmondt in de Moezel.

Dat vond de groepvierdochter natuurlijk geweldig. Haar eigen rivier, zo vond ze. En allerlei dorpen, een paar steden en dus een heuse provincie met haar naam. Het is ook echt een geinig gezicht om overal de naam van mijn meisje te zien staan.

We volgden de Saar via Saarburg, alwaar we een leuke speelplaats onveilig maakten, nog wat Saardorpjes tot aan Mettlach. Deze plaats staat bekend om haar porselein (Villeroy en Boch komt hier vandaan) en ligt vooral vlakbij de zogenaamde Saarschleife. Dit is een kronkel in de Saar met een schijnbaar spectaculair uitzicht.

We aten er hamburgers en zochten vooral ook wat ruimte om te chillen, want daar had de groepvijfzoon behoefte aan. Is ie misschien toch al wat puberaler dan ik dacht.