Op 1 september ben ik dus gestart als zogenaamde vios*. Qua school ging dat lekker voortvarend met in totaal zes lesdagen en bijbehorende grote bergen voorbereiding en huiswerk. In het ideale geval was dat qua werk ook zo gegaan maar gezien het af hoc karakter van de hele toestand was er geen sprake van de ideale situatie.

De roosters van september waren namelijk al af toen bekend werd dat ik iets anders zou gaan doen en het is in vakantietijd en een toch al krappe bezetting natuurlijk niet acceptabel om de voor mij geplande diensten maar gewoon open te laten vallen.

Vandaar dat ik in september heb kunnen oefenen met multitasken. En ik bijzonder blij was dat het oktober werd. Met pijn in het hart, dat wel, werkte ik afgelopen vrijdag mijn laatste zorgdienst en vanaf maandag ga ik naar een nieuwe werkplek.

In Bladel wel te verstaan. Ik moest even aan het idee wennen en vooral ook een praktische oplossing bedenken voor het overbruggen van de afstand er naar toe. Twintig kilometer is opzich te fietsen, maar naast de deur is het zeker niet. En om er nou een auto voor te kopen vind ik ook zo wat.

Bij wijze van compromis bedacht ik om het elektrisch fietsend te gaan doen. En om dat uit te testen mag ik de oude fiets van mijn schoonmoeder gebruiken. De schoonouders kwamen dit weekend langs en brachten de fiets mee. Het was even spannend of de nieuwe accu die we bestelden meteen zou werken, maar dat ging goed.

De fiets moest natuurlijk getest worden, een ritje naar Westerhoven leende zich daar prima voor. De man werkte zich in het zweet op zijn gewone fiets, opa en oma namen de kids mee in de auto en ik fluitend over de Kempen.

Het voelt een beetje als vals spelen, zo’n elektrisch duwtje in de rug, maar als het als alternatief kan gelden voor een auto ben ik er helemaal blij mee. De komende weken ga ik ervaren hoe deze manier van forenzen bevalt. Hopelijk zo goed dat ik een eigen variant van een E-bike ga uitzoeken.