De man en ik vinden het belangrijk om soort van bewust te leven. Dat is ten eerste goed voor het milieu. Hoewel me wel eens afvraag of we echt een bijdrage leveren, maar goed, een beter milieu begint bij jezelf zeggen ze. Daarnaast willen we onze kindjes meegeven dat de wereld een kostbaar ding is waar we best een beetje zuinig op moeten zijn. Voorleven is dan de remedie.

En dus doen wij alles met de fiets of openbaar vervoer, we hebben geen auto. We wonen in een betrekkelijk klein huis, we doen ons best niet al te veel dingen nieuw te kopen, gebruiken wasbare luiers en letten er op lokaal eten te kopen.

Aan de andere kant houden we van gadgets en lang douchen. Er zijn daarmee ook zeker gebieden waarop winst te behalen valt. Wij ‘picken’ zogezegd onze ‘battles’. En daar voelen we ons prima bij.

Althans, tot vorige week… Toen vond Arjan Lubach het nodig om in zijn programma aandacht te besteden aan het consumeren van vlees. Hij wees ons er op dat dat naast – in veel gevallen – voor nogal wat dierenleed zorgt, er ook een bizarre hoeveelheid water wordt verbruikt door ons stukje vlees. Drieduizend liter water voor een biefstukje, zo legde hij uit.

Ergens wisten we dit natuurlijk wel, we zijn dan ook geen reuzevleeschmonsters. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we vlees wel erg lekker vinden en het regelmatig eten.

Moreel dilemma dus. Want ik vind dat we eigenlijk te veel vlees eten als je naar de mileubelasting ervan kijkt. Helemaal vegetarisch gaan we niet eten, maar ik nam me wel voor om bij het doen van de wekelijkse boodschappen voor twee maaltijden vlees te kopen. Dat moet dan maar genoeg zijn.

Gaan we nu boodschappen doen!