De man stelt de kleuterzoon met enige regelmaat voor om een stukje te gaan fietsen. De respons van de kleuterzoon is doorgaans twijfelachtig. Want hoewel hij echt prima los kan fietsen, is het wegrijden nog wat lastig en dus vindt hij dat hij niet kan fietsen. Oefenen vindt hij volstrekt overrated, hij wacht liever af tot hij het kan. Dat is trouwens als hij vijf is.

De peuterdochter wordt altijd erg enthousiast van de fietsvoorstellen. Het liefst zou ze overal op haar wishbonebike naar toe gaan. Omdat ik in het kader van voorbereidingen op een zeker feest komend weekend nog langs een speelgoedwinkel moest, diende er zich op dinsdagochtend een ideale peuterfietsgelegenheid aan.


Meestal is het namelijk zo, dat als we naar een winkel gaan die binnen de fietsactieradius van de peuterdochter ligt, ik dusdanig veel spullen nodig heb dat ik ook een bakfiets nodig heb om het geheel te vervoeren. Maar deze trip kon prima te voet en dus kon de peuterdochter functioneel fietsen. Ze was helemaal blij.

Zonder een enkel probleem bereikten we de speelgoedwinkel. En ik wist ook vrij gemakkelijk ongezien de benodigdheden in mijn tas te mikken. Handig hoor, zo’n fiets, dat leidt lekker af. Op weg naar de kassa maakte ik een fatale fout; we kwamen langs het Frozenvak. Ter bevordering van de voortgang had ik dat echt beter kunnen voorkomen.


De peuterdochter pakte een reuzevariant van Elsa en Anna en was niet voornemens om die nog los te laten. Of sowieso te bewegen. Ik ben zeker een kwartier bezig geweest om haar weer uit de winkel te kletsen. Uiteindelijk wist ik haar te overtuigen met de belofte dat we thuis haar Elsajurk gingen schoonmaken zodat ze die weer aankon.

Eenmaal weer onderweg ging het fietsen wederom erg soepel. En tot mijn vreugde begint er zelfs al wat besef van stoplichten en op de stoep blijven door te dringen. Binnenkort zullen we de fiets eens ombouwen naar de tweewielvariant. Daarna duurt het vast niet meer zo lang voor ze naast de bakfiets mee kan fietsen.