Wat groeien ze hè, die baby’s? De babydochter begon met haar maatje 56 al niet bijzonder klein aan haar leventje en inmiddels gaat ze, mede dankzij de wasbare luierbillen, richting maat 74.

In al die maten heeft zo’n baby dus kleertjes nodig. En het is ook niet dat je het met een paar setjes redt. Een beetje spuugbaby heeft meerdere keren per dag iets schoons nodig en omdat je als jonge moeder de prioriteit niet bij het wasproces kunt leggen, is een redelijk gevulde kast toch soort van noodzakelijk.

Gelukkig zijn er veel snelgroeiende baby’s én vinden veel mensen het leuk om zo’n ieniemienie van kleertjes te voorzien. Waar ik voor gupje één en twee nog wel het één en ander in winkels kocht, heb ik er bij de babydochter welhaast een sport van gemaakt om alles tweedehands te organiseren.

Dat is goed gelukt, kan ik zeggen. Een babyvriendinnetje van een paar maanden ouder dan de babydochter droeg daar flink aan bij. De garderobe werd aangevuld met wat leuke kleertjes die we van kraamvisite kregen en natuurlijk met de leukste doorgevertjes van de grote zus.

Zo verzamelde ik best een stel kleertjes waar ik het gewoon jammer van vind dat de babydochter er inmiddels niet meer in past. Ik vind mezelf niet eens een heel sentimenteel type, wat dit soort dingen betreft dan, maar het was toch met wat pijn in mijn hart dat ik de mooiste kleertjes op de foto zette voor verkoop en de rest klaar om op te ruimen.

Het eerste truitje, een jumpsuit en een romper met een naam gingen de kast in. Dan kunnen we nog eens een pop aankleden. Maar aangezien een pop beperkt kleren nodig heeft en opruimen best fijn is, gaat de rest toch echt de deur uit. Van de opbrengst wil ik een kleine luieruitbreiding financieren. Ik ben benieuwd of het lukt.