Bij de kleuterzoon en peuterdochter was het destijds heel duidelijk. Ze gingen eten volgens de rapley-methode. Dat wil zeggen dat ze hun eten in stukken krijgen, en niet gepureerd.

Dat heeft wat voordelen, men zegt dat kindjes er goed van leren eten, kinderen leren in ieder geval goed hoe eten aanvoelt maar vooral vind ik het handig. Je geeft je kind namelijk gewoon wat stukken eten en bemoeit je er daarna niet meer zo veel mee. Das makkelijker dan eten naar binnen lepelen.

Ook bij de babydochter waren wij voornemens deze rapley-methode weer te hanteren. Het ging twee keer prima, dus waarom een derde keer niet. Zo blijkt het alleen niet helemaal te werken.

De babydochter at de eerste maanden dat ze at af en toe eens een stukje en heeft vooral een grote liefde voor dingen als brood en rijstwafel. Ook een wortel vindt ze wel eens leuk maar verder was en is ze niet heel enthousiast.

Daarnaast heeft ze zich ontpopt tot hardnekkig flesweigeraar. Ze wil de mammamelk niet uit een fles drinken. Nu ik aan het werk ben, is dat niet ontzettend handig. En dus zijn we een beetje aan het zoeken naar manieren om het meisje wat melk binnen te laten krijgen. En sowieso wat meer te laten eten.

Grappig genoeg blijkt ze helemaal fan te zijn van pap. Handig, want daarmee gaat de mammamelk toch naar binnen. Ook vindt ze potjes fruit erg lekker.

Ik moet er wel om lachen, wie had ooit gedacht dat ik mijn baby pap en fruit naar binnen zou lepelen. Maar het werkt prima, dus je hoort mij niet klagen. Gelukkig zijn er ook momenten genoeg waarop de babydochter lekker zelf kan kliederen.