Fouten maken mag. Van proberen kun je leren. Vergissen is menselijk. En nog veel meer van die dingen. En hoewel dat allemaal waar is, is soms een excuus voor een nogal onhandige actie bepaald op zijn plaats.

Het was maandagochtend en dat is doorgaans mijn werkochtend. Dat betekent dat we op zondagavond al het één en ander voorbereiden qua broodtrommels, outfits en gymtassen. Daarnaast kwam de schoonmaakster en dus moest het huis soort van opgeruimd zijn. Anders is het immers lastig poetsen.

Het was allemaal weer redelijk gelukt en op maandagochtend ging mijn wekker gewoon om zes uur. En echt, ik vind het werken in de zorg heel leuk, maar avondmens als ik ben zal ik altijd wel moeite blijven houden met het vroege opstaan.

De peuterdochter kreeg een knuffel en werd bij haar vader geparkeerd en ik ging semi-automatisch aan de slag met mijn eigen ochtendzorg. Tussendoor fixte ik nog dat er een paar gymschoenen in de juiste tas terecht kwam dus ik was best aardig in vorm, zo dacht ik.

Rond half zeven ging ik de deur uit. Podcast in mijn oren en ik sjeesde op de snelle fiets van de man richting het verpleeghuis. Eenmaal daar was ik met een kop koffie al snel echt wakker en druk met de waan van de dag.

Zo rond half negen belde de man. Of ik wist waar de sleutel van de bakfiets was. Ik moest lachen om die vraag, want hoe kon ik dat nou weten. Hij had de fiets voor het laatst gehad en ik had toch niets met die sleutel van doen. Zo dacht ik.

Op zijn verzoek ging ik toch kijken in mijn jaszak en tot mijn grote schande trof ik het ding daar ook. Compleet gedachteloos en uit gewoonte moet ik hem in mijn jaszak gestoken hebben. Daarmee een nogal spijtige situatie voor de man en kids creërende.

Om de vraag van de man of ik niet even naar huis kon komen was ik ergens verbaasd. Want nee. Mijn eerste gedachte was een jacht naar de reservesleutel die de man gelukkig succesvol ten uitvoer bracht. Vervolgens waren de groepvierzoon en groepdriedochter wel te laat op school. En met name die eerste vindt dat echt heel vervelend.

Mijn moederhart brak wel een beetje toen hij ‘s middags vertelde dat ze de directeur tegen het lijf waren gelopen die ook nog een opmerking maakte over het te laat komen. Mijn arme jochie was er door van slag geweest.

Het enige wat ik kon zeggen was sorry. En dat heb ik dan ook gedaan. Het hele spul nam de toestand overigens verrassend goed op want er is geen onvertogen woord gevallen. Ik moet bekennen dat ik niet weet of ik dat had gekund.

Sorry allemaal. Ik zal de volgende keer beter opletten.