De afgelopen jaren werden we met zijn allen steeds fanatieker in het vieren van Valentijnsdag, Vaderdag en Moederdag. Daarnaast weten mijn kids meer van Halloween dan Sint Maarten. Het verbaast me daarom helemaal niets dat een voor reclame-doeleinden in het leven geroepen concept als blue Monday inmiddels ook een ‘ding’ is geworden.

Als ik het goed begrepen heb was het idee van een zeker reisbureau dat deze wat saaie maandag vlak na de feestdagen en nog lang voor de zomer een goed moment is voor het boeken van een vakantie. Niet eens zo’n gek idee trouwens, maar dat terzijde. Men doopte de dag tot de meest depressieve van het jaar en riepen dat schijnbaar zo overtuigend dat de wereld het ging geloven.

En ik moet zeggen, afgelopen maandag ging niet uitgesproken vrolijk van start. Het was werkelijk ontzettend nat en de fietstocht naar Bladel voelde een beetje als een zwempartij.

Mijn dag werd gered toen het tijd was voor de lunch. Heel even leek het de verkeerde kant op te gaan toen het gesprek over een overleden konijn ging, maar er kwam een mooie plottwist.

Één van mijn collega’s vertelde dat er momenteel geen konijn in de tuin zat, maar dat dat wel weer zou komen. Ik verwachtte half een verhaal over Flappie en kerstmis maar het was echt veel leuker.

Als de collega met de hond wandelde komen ze wel eens konijnen tegen. Als die konijnen niet heel hard wegrennen bij het zien van hond en baas, is het in de regel een tam konijn dat los is gelaten, zo werd mij uitgelegd. Die beestjes zijn ten dode opgeschreven want die redden het gewoon niet meer in het wild.

Nou, zo zei de collega, dan neem ik zo’n beestje mee en zet het in het konijnenkasteel in mijn achtertuin. Dat is toch hartverwarmend? Ik fietste na de lunch met een glimlach op mijn gezicht naar huis. En het was ook nog bijna droog.

Ik heb nu bedacht om blue Monday te koppelen aan schattige geredde konijntjes. Dat moet toch helpen tegen al die depressies.