Nadat we op woensdag gingen zwemmen bij de kempervennen en de man de dag ondanks de regen een feestelijk tintje gaf door een heuse kreeft te serveren, vonden we donderdag een mooie dag om te gaan vertrekken. Het zou overdag nog flink regenen, maar aan het eind van de dag leek het droog te worden.

Het vertrekken heeft met zo’n fietsvakantie behoorlijk wat voeten in aarde. En zeker nu we ook nog eens een kampeeruitrusting meenemen, moesten we hard nadenken over de voorbereiding. Vooral omdat het net anders is dan voorgaande jaren.

Qua kleding zijn we zeer minimaal voorzien de komende weken. Ik ben er vanuit gegaan dat we op campings kunnen wassen en dat we bijzonder weinig nodig zullen hebben. Wel heeft iedereen een pyjama, lange trainingsbroek en lekker warme trui mee.

Maar dan de rest… We hebben een eettas, kooktas, theetas, zwemtas, elektronicatas, schoenen/jastas, speelgoedtas, doos van Pandora, stuurtas en niet te vergeten, een kampeertas.

Bepakt en bezakt vertrokken we eigenlijk wat te laat uit Eindhoven om veertig kilometer naar het Zilvermeer in Mol (België) te overbruggen. Daar kwamen we dan ook rijkelijk laat aan en het was meteen een mooie test in het vlot klaarmaken van de slaapgelegenheid.

Terwijl we dat deden, aten we ook nog frietjes. Best effectief, al zeg ik het zelf. De kids zijn bijzonder gecharmeerd van het kamperen, hoewel het natuurlijk wel even afwachten is wat ze er vrijdagochtend van zeggen.

De eerste dag van een fietsvakantie zal altijd wel een intensieve blijven. Ik ben desondanks blij dat we nu toch vertrokken zijn. Laten we hopen dat het weer mee blijft werken!


Foto: ik sta altijd doodsangsten uit als de man al fietsend selfies gaat schieten. Maar deze is wel erg leuk geworden.