Een jaar of acht geleden ben ik eigenlijk min of meer geëmigreerd. Namelijk van boven naar onder de rivieren. Als je me tien jaar geleden had verteld dat ik in Eindhoven zou gaan wonen, had ik je geloof ik vierkant uitgelachen. Want wat zou ik nou in Brabant moeten doen?

Maar de man studeerde hier destijds, hij vond er een baan en het was aanzienlijk makkelijker om hier aan een leuk huisje te komen dan in Amsterdam of Utrecht. En zo kwam het dat wij ons dan toch in Eindhoven vestigden.

En het is hier dus hartstikke leuk! Goed, ik moest even wennen aan de taal die men hier spreekt en toen de peuterzoon een zachte g ontwikkelde moest ik toch ook echt even slikken. Maar het is hier prima. We hebben alles wat we nodig hebben in de buurt en de toch wat bourgondischere sfeer past ons prima.

Eens per jaar, doorgaans zo rond deze tijd gaat het echter mis. Dan gaan ze hier dus carnaval vieren. En echt, ik snap daar helemaal niets van en kan er ook niet echt aan wennen. Een feestje vind ik heus leuk, maar moet dat echt zo maf verkleed? Het fascineert me dan ook steeds weer dat je overal mensen in de meeste vreemde outfits voorbij ziet komen en zich daar helemaal comfortabel bij lijken te voelen.

Omdat ik mijn ‘brabantvreemde’ levenshouding natuurlijk niet wil overbrengen op de kleine Eindhovenaartjes in ons huishouden, nam ik ze gisteren mee naar een kindercarnavalfeestje hier in de buurt. In een wijkcentrum werd harde muziek gedraaid, de limonade vloeide, er lag overal confetti en er werden spelletjes als ballontrappen en spaghettidansen georganiseerd.

De peuterzoon moest even wennen aan de herrie, maar had het na een tijdje uitstekend naar zijn zin met al die confetti en serpentines. Wat de dreumesdochter er van vond is wat lastiger te zeggen. Ze zat nogal ernstig aan mij vast geplakt hoewel ze toch ook nog een dansje gewaagd heeft. ’s Avonds bleek ze ook koorts te hebben, dat vertroebelt het beeld toch wat.

Ik heb de kindjes dus in ieder geval aan het carnaval laten ruiken. Ik snap er zelf nog altijd weinig van, maar wellicht dat er toch nog echte carnavalsbeesten in ons huishouden opgroeien!