Gewoon omdat het kan, komt hier een heel zoetsappig, wat is het allemaal leuk, boodschap. Want hoewel ik de allereerste ben om te roepen dat het het echt best pittig is, drie van die kleine kids en het duidelijk mag zijn dat het echt niet altijd allemaal even soepel gaat, roep ik toch dagelijks tegen de babydochter dat ik ontzettend van haar geniet.

En dat is niet omdat ik mezelf moed in wil praten, maar omdat dat in me opkomt als ik naar haar kijk. Na twee baby’s heb ik het idee dat ik het trucje toch wel zo’n beetje doorheb. Ik maak me niet druk over wat ze zou moeten doen of niet doen en heb inmiddels alle vertrouwen dat we het prima doen als ouders.

Begrijp me niet verkeerd hoor, regelmatig gaan dingen anders dan ik leuk vond of doe ik dingen waar ik niet trots op ben, maar over het algemeen gaat het prima. En perfect is niemand.

Ik geloof dat het met name deze relaxedheid is waardoor ik nu zo kan genieten van de babydochter. Grappig, want dat heeft in feite niet eens zoveel te maken met de babydochter, maar des te meer met mezelf. Hoewel de babydochter natuurlijk ook de beste baby van de wereld is.

Als ze die relaxedheid nou toch eens in een ouderschapscursus wisten te stoppen.