‘Beste ouders’, zo kregen we een paar weken geleden een e-mail van de bijenjuf. ‘Het is binnenkort sportdag en daarbij hebben we hulp nodig’. De man zag dat dit festijn op een vrijdag plaatsvond en dat dag een wat enthousiast begrip was. Maar ja, sportanderhalfuur klinkt ook echt niet lekker.

Sportief als hij is, vond hij het erg leuk om mee te doen en zo toog hij in sportkleding, want sportdag, naar school. Ik was zelf ook gelukkig met deze gang van zaken, op deze manier scoren we wat ouderparticipatiepunten. Dat valt nog niet zo mee, want geheel terecht wil men bij dit soort toestanden geen kleine zusjes hebben rondhobbelen of hangen.

Ze hadden een leuke ochtend, mijn mannen. De rest van de kleuters vast ook, maar die heb ik het niet gevraagd. Er werd geschommeld, geklommen, geklauterd, in touwen gezwaaid en met ballen gegooid.

De kleuterzoon vond het erg cool dat zijn vader kwam helpen en vond die sportdag eigenlijk veel te kort. Wellicht was voor zijn beeldvorming sportanderhalfuur toch een betere benaming geweest. Maar na het twee keer opgeschreven te hebben klinkt dat nog steeds voor geen meter.

Het was trouwens wel lang genoeg. Bij het ophalen ’s middags droeg de juf een half slapende kleuter naar buiten en waren er veel bleke snoetjes te zien. De kleuterzoon legde zijn jas op het plein en besloot dat dat prima als kussen fungeerde. Ik vermoed dat ie zo in slaap was gekukeld als ik hem had laten liggen.

Een geslaagde sportdag dus. En nu weekend om bij te komen.