Laatst mocht de peuterdochter om een reden die ik niet meer weet een toetje uitzoeken in de supermarkt. Mezelf kennende zal er wel sprake geweest zijn van een gevalletje omkoperij, want we moesten aan het eind van de dag in de winkel zijn en het temperament van onze jongste is het doorgaans niet eens met dat soort exercities.

Het wil op zo’n moment wel eens helpen om iets lekkers te beloven, dan is er opeens wel sprake van motivatie. Meestal halen we niet echt toetjes in huis, en al helemaal geen suikerbommetjes en daarmee is het een vrij effectieve zet.

Na wat kijken en aarzelen besloot de peuterdochter uiteindelijk te gaan voor éénpersoonsbakjes met een soort chocolademousse van ik meen Bros. Haar broer deed nog een poging haar te overtuigen tot het kiezen van een pak vla. Maar ze was onvermurwbaar. Dit tot mijn vreugde, want hé, chocolademousse is altijd goed.

Toen we later na het eten daadwerkelijk aan het toetje begonnen was de groepvierzoon buitengewoon verontwaardigd. Hij had het folietje van zijn bakje gehaald en constateerde dat de mousse pas een centimeter onder de rand begon. Dat is toch niet eerlijk?!

Ik was dat uiteraard hartgrondig met hem eens. Maar moest daarbij wel ook vertellen dat het nog veel erger kan. Sommige verpakkingen hebben bijvoorbeeld een flinke bolling/deuk/hoezegjedatprecies in de bodem waardoor er veel minder in de verpakking past dan op het eerste gezicht doet vermoeden.

Lekker verneukeratief dus. Maar dat woord heb ik de groepvierzoon nog maar even niet bijgebracht.