Zeer geregeld, lees vrijwel dagelijks, informeer op de meest uiteenlopende manieren bij de kleuterzoon hoe zijn dag op school is geweest. De directe vraag ‘hoe was het op school?’ levert vrijwel nooit echt iets op. Het was altijd ‘goed’ of ‘leuk’ en de kleuterzoon laat dan zonder woorden vrij duidelijk weten dat hij weinig zin heeft om er nog veel meer over uiteen te zetten.

Vandaar dat ik nog wel eens vraag wat dan het leukste was op school, ‘alles’ krijg ik meestal terug. Heel soms kom ik er met wat flauwe grapjes ‘vond je het dan ook leuk om naar de wc te gaan?’ nog wel eens iets meer te weten, maar het meest efficiënt blijkt het om heel concreet naar bepaalde onderdelen van de schooldag te vragen.

  • wat deed je met spelen en werken?
  • hoe zag de gymles er uit?
  • heb je buitengespeeld?

Inmiddels ben ik ook zo ver dat ik het niet meer zo erg vind dat hij niet wil vertellen. Schijnbaar heeft het manneke daar weinig behoefte aan. Als er echt grote dingen zijn vertelt hij het me toch wel leert de ervaring en misschien moet ik verder maar gewoon accepteren dat ik niet precies weet wat hij allemaal meemaakt gedurende zijn dagen.

Aan de andere kant wil ik natuurlijk wel interesse tonen. Als hij wil vertellen, dan wil ik het graag horen en ik ben ook gewoon echt nieuwsgierig naar zijn belevenissen. En dus hoor ik mezelf nu met een ander doel naar de schooldag vragen. Niet zozeer omdat ik informatie wil, maar omdat ik een opening wil bieden. Daarvoor voldoet de vraag ‘hoe was het op school?’ werkelijk prima. Op deze manier ligt er bij behoefte ruimte om te vertellen maar is ‘goed’ ook gewoon goed.

De reactie van vrijdagmiddag was even lief als onverwacht.

Goed mamma, en hoe was het bij jou op school?

Best attent vind ik dat voor een kleutermanneke. Want hij had dus de tegenwoordigheid van geest om te bedenken dat ik inderdaad ook naar school was geweest. En hoe leuk is het dat we allebei naar school gingen, dat schept weer een hele nieuwe dimensie. Ik moet alleen nog wel even oefenen in het geven van een fatsoenlijk antwoord. Want ook ik reageerde bijna reflexmatig met ‘goed’.