Het stukje over de fusieprojecten van de man en mij besloot ik vorige week met de conclusie van de man dat onze jongste telg wellicht nog wel het meest duidelijk een combinatie van ons twee is.

Toeval of niet, maar de afgelopen week kreeg ik op verschillende momenten te horen dat dat ontzettend schattig ogende meisje behoorlijk wat pit lijkt te hebben.

Dat wist ik natuurlijk al. Ze is superschattig, lief en buitengewoon grappig om bezig te zien en daarnaast is ze koppig, weet ze goed wat ze wil en behoorlijk volhardend.

Oh, en ze zegt nog niet zoveel. Best verrassend, vooral haar grote zus sprak al zo’n beetje in volzinnen rond haar tweede verjaardag. Maar de dreumesdochter ziet daar de noodzaak nog niet zo van in. Prima hoor, alles heeft zijn tijd. Ik maak me vooralsnog geen enkele zorgen over haar ontwikkeling.

Wel is me de laatste tijd heel duidelijk geworden dat mijn dreumesje echt een peuter aan het worden is. Het woord nee (nen) is definitief opgenomen in de vocabulaire en wordt veelvuldig gebruikt.

Er was vanmiddag sprake van een heuse, klassieke supermarktscène en waar de oudste twee altijd wel soort van in mijn buurt bleven gaat dit exemplaar er gewoon vandoor om te regelen wat ze wil.

Daar krijg je nog wat mee te stellen, zo sprak een dame die de worstelende dreumesdochter wat meewarig gadesloeg. Die laatste vond het niet te verkroppen dat ze niet languit in het gangpad van de drukke trein mocht liggen en liet dat luidkeels weten.

Ik denk dat de dame wel eens gelijk zou kunnen krijgen. Ons jongste meisje wordt later als ze groot is vast een prima leider!