Tot het moment dat ik eind 2017 in de zorg ging werken, had ik me nog nooit zo bezig gehouden met de implicaties van opleidingsniveau. Logisch ook wel, met mijn academische opleiding was ik simpelweg nog niet tegen beperkingen aangelopen.

Daar in de zorg begon ik echter met een leerlingstatus en werd het me al vrij snel duidelijk hoeveel gewicht er aan opleidingsniveau wordt gehangen. Het systeem is vrij simpel; hoe ‘hoger’ je niveau, hoe meer verantwoordelijkheden je hebt/krijgt en hoe hoger je salaris.

En daarmee is dan ook alles gezegd. Een hoger niveau hebben, betekent niet dat je beter bent dan collega’s met een zogenaamd lagere opleiding. Het betekent ook niet dat je harder werkt of dat je belangrijker bent dan anderen. Het zegt eigenlijk alleen iets over je functie.

De termen hoog- en laagopgeleid doen anders vermoeden en zijn wat mij betreft dan ook nogal ongelukkig. Theoretisch versus praktisch opgeleid dekken de lading beter. De ervaring die ik de afgelopen jaren opdeed heeft me geleerd dat juist de combinatie van verschillende opleidingsniveaus binnen een team waardevol is.

Afgelopen week deed meneer van Dissel (u weet wel, die nogal theoretisch opgeleide figuur van het RIVM) een poging te duiden waarom de verpleeghuizen zo kwetsbaar blijken voor Corona uitbraken. Daarbij vond de beste man het nodig om een verband te leggen tussen het opleidingsniveau van de zorg en de vele besmettingen.

Nu zal daar vast sprake zijn van correlatie; immers in verpleeghuizen is het opleidingsniveau van de zorg gemiddeld lager dan bijvoorbeeld in ziekenhuizen en de besmettingsgraad is er betrekkelijk hoog. Maar of er dan ook sprake is van een oorzakelijk verband waag ik ten zeerste te betwijfelen.

Want in verpleeghuizen wónen mensen. Het doel in een verpleeghuis is daarmee dus ook niet om mensen beter te maken, maar om mensen een zo prettig mogelijk laatste stuk van hun leven te geven, met alle beperkingen die er bij komen kijken.

Het streven naar kwaliteit van leven staat in levensgroot contrast met de maatregelen die nodig zijn om Corona buiten de deur te houden. Als je er dan ook nog even bij bedenkt dat veel bewoners van verpleeghuizen absoluut niets begrijpen van die gekke maatregelen is het eigenlijk bijzonder te noemen dat er niet nog veel meer besmettingen waren.

Ik ben het dus niet met meneer van Dissel eens, dat mag duidelijk zijn. Maar zelfs al zou hij helemaal gelijk hebben, dan nog had ik zijn uitspraak niet acceptabel gevonden. Het is namelijk gewoon echt niet tof als je je het hele jaar onder de meest ellendige omstandigheden scheel hebt gewerkt, en dan door de één of andere hoge pief verteld te krijgen dat de cliënten waar je alles voor deed ziek werden omdat je dom bent… Met kerst nota bene.

Want dat is hoe het voelt. En dat is vast niet zo bedoeld hoor, dat snap ik dan ook wel weer. Maar met zijn hoge opleidingsniveau had meneer van Dissel het effect van zijn woorden toch wel een beetje beter in kunnen schatten.

Tot zover mijn frustratie. Wellicht mosterd na de maaltijd. De uitspraak kwam immers al een paar dagen geleden en inmiddels is er al veel over gezegd en geschreven. Maar ik moest het toch even kwijt.

En dan kan ik meteen vertellen dat ik juist supertrots ben op ál mijn collega’s. Want wat is er hard gewerkt. Die zorgbonus is echt meer dan verdiend. Bedankt collega’s!


Foto door Imca van de Weem