Na een nachtje in het gribus hotel, waar het grootste deel van de familie trouwens prima sliep, gingen we zonder ontbijt op pad. De dag begon al direct met een lesje biologie want in de kelder waar we de fietsen hadden geparkeerd lag een vrij recent neergestorte (dode) zwaluw.

Dat vonden onze kinders natuurlijk buitengewoon interessant. En toegegeven, ik eigenlijk ook, want zo vaak krijg je de kans niet om zo’n beestje eens van dicht bij te bestuderen. Na de studie gingen terug naar het dorp waar we de avond er voor al aten, deze keer naar de bakker voor een ontbijt.

Daar bij de bakker bepaalden we de route van de dag en besloten we de dag erna maar eens echt ruimte te maken voor een rondje zwemmen. We boekten ter compensatie een decadent hotel bij Weinheim om meteen in de buurt van het beoogde zwembad te zijn.

De route was vrij lang, met ruim zeventig kilometer een nieuw record voor de groepvijfzoon. Hij doet dat overigens met twee vingers in zijn neus. Spreekwoordelijk dan, want hij moet van mij zijn handen aan het stuur houden.

Het weer zat mee en de route was prachtig. We daalden veel af, stegen ook weer wat, zagen de prachtigste vergezichten, een heus werelderfgoeddorp, plukten bramen en speelden in een fijne speeltuin. Aan het eind van de dag knalden we er het grootste deel van de kilometers doorheen en dat terwijl de man, de groepvijfzoon en de groepvierdochter allerlei verhalen aan het verzinnen waren. Ze hebben nu bedacht dat ze er wel een boek van kunnen maken. Ik ben benieuwd.

Het laatste hoofdstuk van de dag was dus het hotel. We werden ietwat vreemd bekeken toen we er met fiets en al aankwamen, maar toen we een fles wijn bestelden hoorden we er toch bij. We aten er lekker, de kids speelden er lekker, ik genoot van de ruime kamer en vooral ook de douche en het kingsize bed gaat vast heel lekker slapen.