Naast dat ik me tijdens de zwangerschap verheugde op de o zo relaxte kraamweek, keek ik ook al maanden uit naar het moment dat ik ons babymeisje voor het eerst in de draagdoek zou knopen.

Zo’n heel klein mensje in de doek op je buik is namelijk echt heel bijzonder. Het knopen zelf vinden mijn kindjes meestal niet fantastisch, maar als ze eenmaal lekker zitten is de doek hét recept voor instantaan lekker slapen. Magisch, zou ik bijna willen zeggen. En buitengewoon praktisch ook trouwens.

Zoals alles deze zwangerschap, bevalling en kraamtijd liep het ook hier anders dan ik had bedacht/verwacht. Tijdens de zwangerschap bleef ik mentaal prima in orde, ons meisje werd in een bad in het ziekenhuis geboren, de kraamweek bracht ik emotioneel compleet incontinent door en die doek moest langer wachten dan gehoopt.

De peuterdochter had ik al in de doek toen ze een dag of drie oud was. Dat zat er deze keer echt niet in. Een deel van de emotionele incontinentie werd veroorzaakt door dat mijn fysieke toestand nog wel wat te wensen overliet en ik was echt te gammel om al met een draagdoek aan de gang te gaan. En ik had er gek genoeg niet eens zin in.

Gelukkig ging het met wat tijd en extra (morele) support van kraamzorg, verloskundige, de man en wat vriendinnen al een stuk beter en op dag tien na haar geboorte ging de babydochter dan eindelijk mee in de doek naar buiten. Een momentje opzich, waar ik uiteraard weer om begon te brullen.


Ondanks dit laatste kwamen mijn hooggespannen verwachtingen helemaal uit. Wat is het fijn om mijn babymeisje zo bij me te dragen. Ze heeft heerlijk geslapen en kreeg niets mee van alle aandacht die ze bijvoorbeeld op het schoolplein van de kleuterzoon trok. Gelukkig maar, want ze zal vaak in de doek zitten!