Ene meneer Harvey Karp, Amerikaans kinderarts, heeft gesteld dat baby’s in feite drie maanden te kort in de baarmoeder zitten. Ze worden na negen maanden geboren omdat ze er daarna simpelweg te groot voor zijn, maar ze zijn eigenlijk nog niet zo klaar voor de wereld.

Dezelfde meneer Karp is nogal bekend geworden door een methode die hij ontwikkelde om huilende baby’s stil te krijgen. Deze methode is niet geheel onomstreden want er gaan ook geluiden op dat baby’s er in een soort paniekmodus door schieten. Het zou lijken of ze stil en relaxed zijn, maar het stressgehalte is torenhoog.

Een universele methode om een baby stil te krijgen (anders dan het kindje bij je nemen) is aan mij niet zo besteed. Sowieso vind ik de combinatie van een ‘methode’ en kinderen grootbrengen wat ongelukkig. Maar het idee van het vierde trimester, daar kan ik wel wat mee. In dit stuk staat mooi omschreven wat het precies inhoudt.

De babydochter is inmiddels op de kop af zes weken oud en daarmee halverwege haar vierde trimester. Geheel volgens de boekjes (het lijkt wel alsof ze ze gelezen heeft), wordt er inmiddels meer gehuild. Helemaal logisch dus, maar daarmee niet minder zielig voor haar. Of minder vermoeiend (voor haar en mij).

Zo’n babyhuiltje is namelijk echt niet te negeren, althans, dat vindt mijn moederhart. En er mag dan misschien niet iets aan hand zijn in de orde van levensgevaar of grote honger, maar het huilen heeft vast ergens een reden. Behalve dat ik het niet kan negeren, vind ik ook dat er gereageerd móet worden. Huilen is immers de enige manier van communicatie die een baby heeft en het negeren is daarmee de baby monddood maken. Dat vind ik dan weer weinig sympathiek.

Nu is het niet zo dat ik vind dat de babydochter niet mag huilen, dat zou ook lastig zijn, ze huilt nu eenmaal wel eens. Maar ik doe wel mijn uiterste best om haar niet alleen te laten huilen. En dat betekent op het ogenblik dat we bijzonder veel met haar rondsjouwen.

Op maandagmiddag zat ik een beetje met mijn handen in het haar. Mijn arme babymeisje was in verdrietige toestand en niet van plan te gaan slapen. Maar ja, er moest ook echt iets met eten. Vandaar dat de eerste rugdraagpoging uit nood geboren werd.

Het verdiende niet de schoonheidsprijs, maar ze zat veilig bij me en ik had de handen vrij om te koken. Zelf vond ze het geloof ik wel ok, ze viel zo af en toe zelfs in slaap. De quiche was uiteindelijk best lekker en na het eten hielp een warme douche ons babymeisje om dan eindelijk écht in slaap te vallen. Weer een dag verder!