Ze mogen dan uiterlijk veel op elkaar lijken, die kids van ons, het zijn toch zeer duidelijk drie afzonderlijke gevalletjes. Gelukkig.
Één van de opmerkelijke verschillen zit hem in het al dan niet gebruiken van een fopspeen. Of een fiep zoals ze hier in Brabant ook nogal eens zeggen.
De kleuterzoon kon als baby (en dreumes en deels zelfs als peuter) echt niet slapen zonder iets in zijn mond. Dat resulteerde erin dat hij eindeloos bij lag te ‘drinken’*. Hij was ook wel soort van tevreden met een pink en die hebben we weten te vervangen door een speen. Waar hij vervolgens prompt verslaafd aan raakte.
De peuterdochter is van een ander slag. Die drinkt tot ze genoeg heeft en draait zich dan om om te gaan slapen. Van pinken werd ze boos, daar kwam namelijk geen melk uit. En fopspenen heeft ze simpelweg nooit interessant gevonden.
De babydochter lijkt wat tussen haar broer en zus in te zitten qua voorkeur. Ze kan heerlijk drinkend in slaap vallen, en slaapt vervolgens regelmatig zelf verder. Een pink op zijn tijd vindt ze ook prima en hoewel ze de speen niet zo resoluut afwijst als haar zus dat deed, heeft ze er niet veel mee.
De babydochter heeft een andere tactiek. Ze steekt gewoon haar eigen vingers in haar mond. En ik vind het weer eens heel erg lief. Het heeft ook twee kanten; enerzijds is het handig dat die vinger altijd bij de hand** zijn. Anderzijds lijkt het me niet heel makkelijk om een vingersabbelend kind op een vriendelijke manier van die gewoonte af te helpen.
We zullen zien hoe het gaat lopen. Voor nu levert het lieve plaatjes op.
*tussen aanhalingstekens want hij werd haast boos als er een slok melk langskwam.
**ik vind dit dus zelf grappig