Als je me op het ogenblik zou vragen in welk hoofd ik het liefst een kijkje zou nemen, dan zou ik zonder aarzelen gaan voor de peuterdochter. Ik blijf me er werkelijk over verbazen dat ze er een sport van heeft gemaakt om alles zo vaak mogelijk anders te doen dan wordt voorgesteld.

Dat ze nou vaak nee zegt, haar eigen identiteit aan het ontdekken is, deze fase erbij hoort, ik vind het allemaal goed. Meestal is het eigengereide ook wel soort van grappig en niet zo erg, maar soms leidt het toch tot onhandige situaties.

Zo wilde ze bij het ophalen van de kleuterzoon graag in de zandbak spelen. Dat is natuurlijk prima. Vervolgens wilde ze haar crocs uit, want anders kwam er zand in. Ook best. Toen ze uit de zandbak kwam legde ik uit dat het handig was als ze op het plein haar crocs weer aandeed. Ze kon zich immers bezeren. Maar daar kon ze niet aan beginnen.

Nog geen twintig seconden later plukte ik een brullend meisje van het plein. Het was te heet aan haar voeten. Maar die crocs bleef ze weigeren.

Aan het eind van de dag moest ze naar de wc. Ze ging de badkamer in en deed de deur op slot. Tot zover niets nieuws, dat slot is nogal aantrekkelijk. Deze keer kreeg ze de deur echter niet meer open en ze begon te huilen. Ik hoorde wat vreemde geluiden en vroeg wat de in haar hand had. Het bleek een schaap.

Op mijn verzoek het schaap neer te leggen en daarna het slot open te maken kwam een resoluut ‘nee!’. En daarna klonk hartverscheurend gebrul. Ik heb uitgebreid uitgelegd dat ze de deur echt openkreeg als ze het schaap even neer zou leggen, maar ze kon het niet over haar hart verkrijgen, het arme schaap*. 

Ik ben na een minuut of vijf tegen een deur aankletsen maar even weggelopen. Nog vijf minuten (en een boel gebrul) verder hoorde ik het schaap vallen en de deur ging open. 

Waarom hè? Ik verwonder me nog even verder. 
* je mag hier zelf bedenken welk schaap er nu zo zielig is