Op jacht naar de allerlaatste benodigdheden voor het komende Sintweekend (missie geslaagd!), belandden de peuterdochter, eh prinses Elsa, en ik op een soort mini-kerstmarkt. Nu weten de mensen die mij een beetje kennen dat ik echt helemaal niets heb met dat soort gelegenheden, maar goed, het was rustig en de peuterdochter wilde echt heel graag.

We hadden ook nog eens de tijd én ik had het kind net anderhalf uur door Eindhoven gesleept, dus waarom niet.

We zagen heel veel kerstballen, een bizar slechte ‘voorstelling’ van ijsberen, een Inuitpop (het bandje had het serieus over Eskimo’s), een stel pinguïns en een husky en ook nog heel veel andere kerstmeuk. De peuterdochter vond het uiteraard helemaal fantastisch en toen ze het vertellinkje een keer of tien had bekeken ontdekte ze een stel schattig ogende nepbeesten.

Nadat ze had uitgelegd dat koeien boe zeggen en koe en kalf bijna kaal had geaaid ging ze naar de egels. Er waren wakkere en slapende exemplaren en ze vond ze echt prachtig. Het was zo lief om te zien dat de beestjes haar vertederden. Ik zou bijna gaan nadenken over de aanschaf van zo’n geval.


Bijna hoor, want no way dat het mijn huis in komt. Zonde van mijn geld en ik ben er van overtuigd dat zo’n beest hier binnen een week zou sneuvelen. We gaan in december nog wel een paar keer wat tuincentra bekijken. Dan kunnen ze thuis de taferelen mooi naspelen met niet breekbare beesten in een wat handzamer formaat.