In het kader van al die cliché’s die waar zijn wil ik het toch maar eens even hebben over dat wat je allemaal vergeet van de hele kleine babytijd.

  • Zo’n newborn maakt continu schattige geluidjes en trekt gekke gezichten.
  • Het aankleden van een heel klein baby’tje is best ingewikkeld. 
  • Je verschoont heel veel luiers. 
  • Daarbij verbruik je grote stapels aankleedkussenhoezen of andersoortige onderleggers omdat ze altijd plassen als die luier net verwisseld wordt.
  • Al die hydrofielen en spuugdoekjes blijken echt best handig.
  • Je kunt echt urenlang naar je schattige spruitje kijken. En dan vooral als het slaapt en je eigenlijk andere dingen had willen doen.
  • Het is vrijwel onmogelijk om ook maar iets volgens enige vorm van tijdsplanning te doen, het slaap-poep-drinkritme is namelijk volstrekt onvoorspelbaar.
  • Sowieso lijkt het onmogelijk om überhaupt ergens toe te komen.
  • De baby-accessoires als sokjes, luiers, hydrofielen en kleertjes vind je werkelijk overal terug.
  • Desondanks ben je diezelfde spullen continu kwijt.
  • De rust van een slapend kind (of kinderen) is zo’n beetje heilig.
  • Er is niets zo fijn als zo’n heel klein, helemaal puur mensje dat op je borst ligt te slapen.

En al die dingen gaan dus zo snel voorbij dat je het ook weer snel vergeten bent. Ik verbaas me iedere dag meerdere keren over het hele pure en primaire wat de babydochter nog heeft. En met haar twee weken kan ze toch ook de wereld in kijken alsof ze het allemaal al weet. Ik let maar goed op, voor ik het weet is het weer voorbij.