Koken vind ik opzich niet ontzettend vervelend om te doen. Sterker nog, als ik er de de tijd voor heb, vind ik het zelfs best leuk. En hoewel ik echt geen natuurtalent ben, lukt het me over het algemeen vrij redelijk om iets eetbaars op tafel te krijgen.

Het moederschap is bepaald niet goed gebleken voor het kokkerellen. Daar zijn twee nogal voor de hand liggende redenen voor. Het ontbreekt nog al eens aan de tijd om rustig te koken én aangezien ik graag zie dat de kleuterzoon en peuterdochter ook wat eten laat ik exotische creaties wel uit mijn hoofd.

Nog een reden om in ieder geval sommige soorten eten te vermijden is dat ik het idee heb dat de babydochter reageert als ik gekke dingen at. Maar dat zou ook wel eens tussen mijn oren kunnen zitten. Een soort omgekeerd placebo-effect en derhalve uiterst serieus te nemen.

Ondanks deze beperkingen vond ik mijzelf vrijdagmiddag op mijn dooie gemakje in de keuken. De man nam de kleuterzoon en peuterdochter mee naar het vliegveld, de babydochter lag lekker te slapen en ik had voor de gelegenheid eens rustig de tijd om te koken.

Ik moest wel om mezelf lachen, maar ik vond het heerlijk om de tijd te hebben een ui fatsoenlijk te snipperen, een leuk sladressinkje te maken en te zorgen voor wat gezellig gesneden rauwkost als sidedish.

Welhaast zen in de keuken zou ik willen zeggen. Ik kan het van harte aanbevelen. Schijnbaar was alle liefde en aandacht ook te proeven want zelfs de peuterdochter at goed van de toch betrekkelijk eenvoudige pasta.