Wat een heerlijke herfstdag was het gister! Wij maakten van de gelegenheid gebruik en gingen naar een grote speeltuin. Erg leuk voor de kindjes en gezellig voor de mamma’s. Je kunt de klok er op gelijk zetten, als er een kwartier gespeeld is, komt de eerste dreumes/peuter/kleuter* vertellen dat er sprake is van honger. Logisch natuurlijk, want van spelen krijg je honger. En zodra er één kind honger heeft, hebben ze het allemaal. Dus dan gaan die grote tassen open em verschijnen er boterhammen, snoepgroenten en fruit. Mijn peuterzoon begint dan lekker te eten, drukt  als de ergste honger gestild is, het restant in mijn handen en speelt weer lekker verder. Voor de dreumesdochter is het een beetje anders; ze wil persé hetzelfde als haar broer, maar kan dat eigenlijk nog niet zo heel goed vasthouden en wordt tijdens het eten ervan door werkelijk alles afgeleid. Dat eten gaat dus vallen.

En zo kwamen wij gister te spreken over de vijfsecondenregel:

Eten wat op de grond viel maar binnen vijf seconden weer wordt opgeraapt mag nog worden opgegeten.

Hoe zou het toch werken met die regel? Zouden de bacteriën op het moment dat er iets op de grond valt  in de startblokken plaatsnemen en wachten tot de opperbacterie zegt dat ze mogen gaan? Ik kan me zo voorstellen dat het ook per locatie verschilt en ik leerde gister dat er ook een zogenaamde driesecondenregel bestaat.


De dreumesdochter in discussie met één van de medemamma’s over de appel die viel en haar terug in de handen werd gestopt.

Ik heb geen idee hoe het precies zit, wel weet ik dat ik sinds de komst van mijn kinderen iets gemakkelijker ben geworden in het toepassen van de regel en dat zand de maag schuurt.


* Het zijn allemaal hongerige types