Vorige week schreef ik een enthousiast blog over een succes dat gevierd kon worden, daar tegenover staat logischerwijs dat er ook af en toe een verlies genomen moet worden. Dan zou ik er uiteraard voor kunnen kiezen om daar niets over te schrijven, maar dat vind ik eigenlijk niet helemaal kloppen.

Zoals ik ook al ergens schreef, zitten we in de afrondende fase van het studiejaar. En daar horen afrondende toetsen bij. Vorige week al een presentatie, deze week praktijktoets en volgende nog een beoordelingsgesprek.

Die praktijktoets was dus deze week. De opzet was van het soort waar ik echt de kriebels van krijg; iemand (of twee) kijkt mee naar mijn handelen in een nepsituatie. Allereerst mocht ik lichamelijk onderzoek onderzoek bij iemand doen, vervolgens vroeg ik hem het hemd van het lijf om er achter te komen waar hij last van had en nadien was het de bedoeling dat ik mijn bevindingen voorlegde in een soort presentatie.

Nu wist ik best wel dat ik dit soort situaties niet fantastisch trek, maar dat het zo dramatisch zou zijn, had ik even niet voorzien. Met wat kunst- en vliegwerk rolde ik nog door het lichamelijk onderzoek en de anamnese heen, maar tijdens de presentatie had ik weinig zinnigs meer te melden.

Mooi stom, want in praktijk doe ik dit soort dingen continu en gaat het me echt niet zo dramatisch af. U snapt, ik kwam bibberend als een rietje uit het examen gestapt en heb tegen iedereen aangehuild die ik tegen kwam. Gelukkig was iedereen dan wel weer heel aardig en begripvol, waarvoor mijn dank.

Tegen het einde van de dag kwam de toetsuitslag al en mijn vrees bleek waar. Ik scoorde een onvoldoende voor de presentatie. Nu kan ik hier lekker gaan relativeren en zeggen dat ik veel leerde en dat ik straks blij de herkansing inga, maar ik vind het gewoon waardeloos. Maar dan eigenlijk iets sterker verwoord.

Daar kan ik dan weer heel lang druk over doen. Na nog wat meer uithuilen heb ik echter besloten dat ik mijn verlies maar gewoon moet nemen. Volgende keer vier ik weer een succes. In de tussentijd ga ik dan nadenken over die gekke faalangst en het overtuigen van examinatoren me daar een beetje bij te helpen.

Bij wijze van afleiding kijk ik dan af en toe naar de foto die ik, ook al deze week, op het werk kon schieten. Één van onze PG-bewoners zag me zitten en ik denk dat ze mijn zenuwen voelde. Ik kreeg in ieder geval een zeer uitgebreide en welgemeende knuffel. Dat dan weer wel.