Een paar jaar geleden schreef ik al eens een stukje over graasgedrag. Met het concept grazen doel ik op het fenomeen waarbij iemand de koelkast en/of voorraadkast afstruint op zoek naar eten.

De man heeft altijd honger, niet zo gek als je ziet wat hij allemaal doet qua sport en is daarmee geregeld op jacht naar eten. Mijn eetneigingen zijn ook te correleren aan het sportgedrag en daarnaast ook aan de hormonale staat van zijn vrees ik.

De groepvierzoon is grappig genoeg degene die het minst vraagt om eten. Die heeft schijnbaar genoeg aan datgene wat hij op de reguliere eetmomenten naar binnen steekt. Nu moet gezegd worden dat dat geregeld indrukwekkende hoeveelheden zijn. Hij eet meer dan ik en soms zelfs meer dan de man.

De meisjes hebben helaas een wat andere aanpak. Die hebben de neiging om de hele dag door te zeuren om allerlei eten om dan vervolgens op de momenten dat we daadwerkelijk eten bijna niets te hoeven. Best bijzonder.

Waar de groepdriedochter altijd braaf komt vragen of ze iets mag hebben, blijkt de peuterdochter een echte grazer. Die komt rustig de keuken inwandelen met de mededeling dat ze even gaat kijken wat ze kan eten. Ze zoekt dan een krukje en gaat uitgebreid in de koelkast of voorraadkast staan neuzen.

Supergrappig vind ik het. En soms een beetje irritant. Het is dan wel prettig dat ze op dit soort momenten prima gelukkig is met een wortel.