De babydochter is vandaag precies elf maanden oud. Dat is niet direct iets bijzonders, maar het betekent wel dat ze over welgeteld één maand jarig zal zijn en daarmee baby-af. En dat jaar is tot mijn eigen ellende toch best een ding in mijn hoofd.

Allereerst natuurlijk omdat de babydochter dan geen baby meer is. Heel fijn, want het zware eerste jaar zijn we dan tamelijk soepel doorgekomen (tot nu toe in ieder geval wel) en de dreumestijd is iets om naar uit te kijken. Maar het is toch ook wel definitief. Baby-af. Zelfs mijn jongste meisje wordt alweer groot…

Behalve deze sentimentele overwegingen is er nog een reden dat dat jaar in mijn hoofd belangrijk is. Echt trots ben ik er niet op want rationeel vind ik het echt heel erg onzinnig, maar het is dus zo dat ik vind dat ik na een jaar wel weer in dezelfde conditie als voor mijn zwangerschap kan zijn.

Ik mis het namelijk om zonder enig probleem vijftien kilometer te kunnen rennen, zonder te verblikken of verblozen met een volgeladen bakfiets een heuvel op te sjezen en met goed fatsoen in alle kleren die in mijn kast liggen te passen.

Daarvoor moet ik flink gaan trainen en wellicht ook wat minder eten. En dan nog denk ik niet dat het realistisch is om in een maand in die toestand te willen geraken. Al is het alleen al omdat ik simpelweg niet genoeg tijd heb om naar dat doel toe te trainen.

Ik rekende even uit dat het me na de geboorte van de peuterdochter ruim anderhalf jaar kostte om in de betreffende toestand te geraken dus ook in dat opzicht slaat mijn zelfopgelegde doel nergens op, maar ja, krijg het maar eens uit je hoofd hè.

Eindeloos stom en irritant vind ik het dat ik dat (maatschappelijke) ideaal niet los kan laten. Waarom zou ik mezelf die druk op leggen? Ik denk dat ik de komende maand heel hard ga oefenen op een zeker liedje:

Laat het gaan, laat het los ?

En daarnaast dan toch maar in training. Ik ben nu al benieuwd wat ik er over een maand van zeg.

Foto: uit mei 2016